Nog maar een week en dan start de Kustmarathon. Volgende week zaterdag om deze tijd sta ik in het centrum van Burgh-Haamstede te wachten op de twaalfde slag van de kerkklok. Precies op dat moment start de wedstrijd waarnaar ik al maanden uitkijk.
Het is een raar idee dat ik nu ineens niet meer loop op zaterdag. Dat ik aan het taperen ben, om me maar eens uit te drukken in ultra-stoere-hardlopers-visserslatijn. Rustig aan doen, zodat ik volgende week vol op kracht ben.
Maar nu is het raar. De enige stappen die ik vandaag zal zetten is met mijn vriendin in het centrum van Den Bosch. Terwijl ik in de afgelopen maanden op zaterdagen altijd liep. 209 kilometer afgelegd op de zaterdagen in augustus en september. En nu 0.
Maar goed. Hopelijk bevalt het om rustigaan te doen. Maar ik vrees ervoor. Ik voel nu al een urge in mijn kuiten. Die willen weer de weg op. Die hebben in de afgelopen twee maanden nooit zomaar zonder reden meer dan twee dagen niks gedaan. Twee keer gebeurde dat. Eén keer omdat mijn blessure van het begin nog niet helemaal was hersteld en één keer had ik te zware griep om te lopen. Maar nu, nu zou ik gewoon kunnen lopen. Maar het mag niet.
Gelukkig mag ik volgende week 42 kilometer. En een beetje.
Ik vind het echt reuze stoer van je. Respect voor alle kilometers die je al gemaakt hebt. Ik ga aan je denken over een week.