
Lang keek ik er naar uit en zaterdag was het eindelijk zo ver. Na een onrustige nacht slapen op naar Burgh, naar de start van de Kustmarathon. Als ontbijt vier boterhammen appelstroop en nog drie mee voor een goed uur voor de start.
Het werd een verschrikkelijke tocht uiteindelijk. Verschrikkelijk zwaar, verschrikkelijk mooi, verschikkelijk gezellig, verschrikkelijk veel publiek, verschrikkelijk verschrikkelijk. In de voorbereiding uitte ik de hoop dat ik binnen 5 uur wilde finishen. Ik had ook een plan gemaakt om dat te kunnen halen. Tot aan het strand van Vrouwenpolder moest ik mijn hartslag onder de 165 houden. Vanaf het strand mocht hij naar 175 tot aan de laatste 6 kilometer. Na de Westkaap zou het ‘God zegene de greep’ zijn, zo snel mogelijk naar de streep.
In het startvak in de Kerkstraat van Burgh was het gezellig en spannend. Eerst een praatje gemaakt met Jaap uit Arnemuiden. Met hem liep ik van Oostkapelle naar Zoutelande tijdens de training van 35 kilometer. Daarna mijn oom nog gezien en gesproken en uiteindelijk zag ik Ralph nog. Hem ken ik al meer dan tien jaar via het korfbal en de laatste tijd dus ook via het lopen en twitter. Wij lopen ongeveer even hard en dat zou zaterdag blijken ook.
Om 12 uur precies begint de klok te luiden en dan wordt het stil in het startvak. Bij de twaalfde klokslag klinkt de toeter en mogen we weg. John Farnham’s Your The Voice klinkt traditiegetrouw door de speakers en de klokken van de kerk blijven luiden. Kippenvel bij de start.
Het eerste stuk is makkelijk. Even door de boswachterij, een kilometertje strand. Niks te lijden nog. Ja, de hartslag tikte wel even de 165 aan, maar ik zou wel weer herstellen, is mijn overtuiging. Op naar de Stormvloedkering. Daar kan ik inderdaad herstellen. Lekker tempo lopen met 155 hartslagen per minuut. Het gaat als een trein. Ik laat een paar groepjes lopen, te snel, en ik wil die 155 nog een tijdje houden.
Bij de sluis bij Neeltje Jans moet ik kiezen. Ik kan rechtdoor over de eerste sluisdeur, maar dan moet ik wel heel even wachten nog, omdat de slagboom dicht is. Dan maar over de tweede sluisdeur, geen zin in stilstaan. En net voor ik de tweede sluisdeur op ga lopen, gaat de slagboom van de eerste open. Okee, tijd verloren, maar geen ritme. Met een paar anderen die dezelfde keuze maakten, grappen we wat en gaat het verder.
We naderen de Veerse Gatdam op 18 kilometer en ik weet dat mijn vriendin daar staat, met mijn moeder. Dat is fijn. Even een bekend gezicht. En ook Yöran heeft zich bij hen gevoegd. Hij is speciaal uit Den Haag komen rijden om aan te moedigen. Super allemaal.
Na de dam, waar mijn hartslag inderdaad is opgelopen tot 165, maar precies volgens plan dus, draaien we het strand op bij Vrouwenpolder. Het strand ligt er super bij, maar de wind valt me tegen, die is nog best pittig. Maar ik verteer het strand goed en volgens plan loop ik bij de Piraat in Oostkapelle weer omhoog. Daar staan mijn vriendin en moeder weer. De Manteling in tot aan Domburg. Een duinbos met redelijk wat pittige duinen. Ik hoop in het vlakke eerste deel van de Manteling ietsje te kunnen herstellen, maar eigenlijk lukt dat niet.

Wel haal ik op dat punt Ralph bij. Hij loopt in een felgeel shirt en ik heb hem eigenlijk sinds de kering al heel de tijd in mijn gezichtsveld gehad. Vanaf dat punt lopen Ralph en ik negen kilometer samen. Ook op het moment dat David en Sanne, goeie vrienden van mij die speciaal uit Rotterdam kwamen om te kijken, vlak voor Domburg stonden. ,,En wij maar wachten en wachten’’, grapt David bij de broodnodige aanmoedigingen. ,,Geef hem anders je shirt even, dan kan hij een stukje’’, grapt Ralph naar me en gestaag lopen we door. We halen best veel hardlopers in die moeten wandelen. Als je de pas er maar een beetje in weet te houden. Dan de trap naar Hoge Hil in Domburg. Tot mijn verrassing staat Yöran daar weer. Hij zou eigenlijk alleen nog op de finish staan, maar had een tussenstop gemaakt.

Langs Domburg, waar het heel druk is, richting Westkapelle. Een hels stuk, maar Ralph en ik geven niet op. We houden een looppas en verteren de vele duintjes allebei op onze eigen manier. Dat stuk is eigenlijk nog te vergelijken met een reusachtig golfplaten dak van 5km lang. Contine op en neer. Vlak voor Westkapelle rent mijn vriendin nog een klein stukje mee. Ik vertel haar dat ik tegen kramp aan loop, maar dat het op zich nog redelijk gaat. Mijn benen lopen inderdaad al vol sinds Domburg, kilometer 31.
Vanaf de verzorgingspost bij Domburg is er bouillon op de posten. Dat pak ik daarna steeds. Een flinke slok zout, in de hoop dat ik daarmee echte kramp kan uitstellen. Bij de Westkaap, waar ik de laatste jaren zelf als vrijwilliger hielp, pak ik de laatste beker bouillon, een beker water, stukje banaan en een spons. Alles keihard nodig. Even ervoor ben ik weggelopen bij Ralph. De kustmarathon is ieder voor zich. Keihard. Later begrijp ik dat Ralph de laatste vier kilometer aflegde met flinke kramp in zijn benen.
Van een toeschouwer die ik ken van de Kustloop in Vrouwenpolder krijg ik vlak na de Westkaap een klein blikje cola. Heel erg welkom. Hoe moeilijk het ook is om al het eten en drinken binnen te houden en toch maar te blijven innemen was dit blikje echt goed. Cola is een wondermiddel.
De trap bij het KNRM-station van Westkapelle is lang. De trappen wandel ik allemaal. Het is niet meer te doen om die hardlopend af te leggen. Eenmaal bij Zoutelande, struikel ik nog een keer over een eerste traptrede. Dat is een signaal. Opletten Pieter, niet vallen op die trappen. Concentreren. De duinen bij Zoutelande zijn de zwaarste en hoogste van de Kustmarathon. De twee steilste kan ik niet hardlopend op komen. Maar gelukkig gaat de rest wel goed. Het tempo is om te janken, maar het blijft gelukkig hardlopen, hoewel alles pijn doet. Maar het is nog maar 3 kilometer. Ik weet dat ik het ga halen.
Eenmaal op het strand, met nog anderhalve kilometer te gaan voel ik mijn rechterkuit trillen in mijn knieholte. Nee, geen kramp. Even volhouden nog. Bij de tweede van zes palenrijen van golfbrekers waar je doorheen moet op het strand rek ik even mijn kuit op. Kom op, kilometertje volhouden nog. Het werkt.
Uiteindelijk het strand af, de dijk op en langs de finish lopen. Mentaal stukje, je ziet de finish, maar moet nog even een slinger

maken. Ik zie mijn vriendin en roep dat ik een warme trui wil. Ik heb het ijskoud, maar ren in 4.55.30 over de finish.
Huilend val ik mijn vriendin om de hals. Op van de emoties. Ik heb de mooiste marathon van Nederland gelopen.
Hallo Pieter,
Ik heb je verslagje gelezen op pzc.nl
Mijn verhaal staat daar ook, zodoende kwam ik op jouw blog.
Leuk om zo ieders ervaringen te lezen!
En? …..Doe je volgend jaar weer mee? Ik in ieder geval wel!
Met een vriendelijke hardlopers groet,
Ron Ploeg
Ha Ron,
Ik had die van jou daar ook al gelezen ja. Leuk en goed gedaan ook! Ik wil eerst herstellen en nog lekker even een tijdje nagenieten voor ik uitspraken ga doen over volgende edities. Jij alvast succes volgend jaar!
Wauw! Wat een prestatIe en wAt een uitputtingsslag!
Mooi verslag, en wat een prestatie! Ik heb enorm veel bewondering voor je dat je dit hebt gedaan!